Ga naar de inhoud

Mevrouw A.

De buren van mevrouw A. melden aan haar huisarts dat ze zich zorgen over haar maken. Mevrouw A. komt elke week afscheid nemen omdat ze naar Amsterdam gaat verhuizen.
Ze vertrekt echter nooit en de buren vinden dat nogal merkwaardig. De huisarts kent mevrouw A. niet; ze komt nooit op zijn spreekuur. Hij vraagt of wij eens langs willen gaan bij haar.
Als ik een week later bij haar aanbel, duurt het lang voordat ze opendoet. Ze had de bel niet gehoord omdat ze druk aan het stofzuigen was. Opgewekt vertelt ze dat ze haar huisje nog even aan de kant doet, voordat ze naar Amsterdam vertrekt. Ze geniet enorm van het vooruitzicht weer terug naar haar geboortestad te gaan en is druk bezig met haar koffers. Ze heeft absoluut geen dokter nodig; nu heeft ze immers geen klachten en in Amsterdam zoekt ze wel een nieuwe. Ik neem hartelijk afscheid van haar en wens haar het beste in Amsterdam.
Een week later zoek ik haar weer op. Ze herkent me niet als ze na lang aanbellen de deur openmaakt. Ze was namelijk aan het stofzuigen voordat ze vertrekt naar Amsterdam. We voeren hetzelfde gesprekje als een week eerder. Haar koffers staan geopend in haar slaapkamers en haar kleren liggen overal verspreid. Mevrouw A. lijkt weer erg gelukkig in het vooruitzicht dat ze gaat verhuizen, terwijl ik me toch wel wat zorgen maken over haar situatie. Vermoedelijk eet ze bijna niet, aangezien er weer nauwelijks iets eetbaars in huis is. Ze doucht zich waarschijnlijk nooit maar wast zich aan de wastafel waarvan je je kunt afvragen of dat erg is. De medicijnen voor hoge bloeddruk van de huisarts neemt ze nooit in, maar haar bloeddruk is best acceptabel. Haar huisje is een beetje stoffig in de hoekjes en rommelig, maar hoe erg dat is hangt af van je eigen normen. Ik zou willen dat mijn huis er zo aan toe was, terwijl een vrijwilligster die later langsgaat het een ‘ongelofelijke troep’ vindt.

Mevrouw A. leeft een heel gelukkig leven in haar eigen huisje en heeft nergens last van. Ze heeft geen honger, hoewel ze nauwelijks eet. Alles wat we doen, zal haar onrustig maken. Ik twijfelen over hoe we verder zullen gaan, maar ga eerst maar eens proberen haar stapje voor stapje te onderzoeken.