Ga naar de inhoud

duizeligheid en vallen

Duizeligheid

Wanneer mensen over duizeligheid praten, kunnen ze verschillende dingen bedoelen. Bijvoorbeeld: alles draait om me heen, ik heb een licht gevoel in mijn hoofd, ik heb het gevoel dat ik wegraak, of ik heb een onvast gevoel in mijn benen. Duizeligheid is voor de meeste mensen onaangenaam en hinderlijk; het maakt onzeker en soms angstig.  

Algemene duizeligheid en licht in het hoofd op oudere leeftijd kan meerdere oorzaken hebben:

  • Afgenomen conditie, spierkracht en evenwichtsgevoel
    Op oudere leeftijd kan de kracht in je spieren afnemen. Daardoor kun je het gevoel hebben dat je onvast op  je benen staat. Je staat bijvoorbeeld op uit een lage stoel en merkt dat je na deze krachtsinspanning even wankelt. Soms voelt het alsof je op watten loopt. Vaak is het evenwichtsgevoel in je spieren afgenomen.
  • Ingezakte bloeddruk
    Wanneer je opstaat vanuit een stoel of uit bed, kunt  je licht in het hoofd worden. Dit noemen we ‘orthostatische’ duizeligheid. Je lichaam past zich niet snel genoeg aan de nieuwe houding aan. Je bloeddruk zakt even in elkaar waardoor er even te weinig bloed naar  je hersenen stroomt.
  • Slecht zien
    Op oudere leeftijd gaan veel mensen wat minder goed zien. Wanneer je minder goed ziet, is het moeilijker  je evenwicht te bewaren. Probeer maar eens op éen been te staan en dan de ogen te sluiten. Dat is echt moeilijk. Sommige brillen geven je het gevoel alsof je onvast op je benen staat. Wanneer je met een leesbril op gaat rondlopen kunt je niet goed zien waar je jouw voeten neerzet. Bij een dubbelfocusbril met een leesgedeelte gebeurt hetzelfde.
  • Spanningen en angst
    Spanningen en angst kunnen een licht gevoel in het hoofd geven. Ook van somberheid of vermoeidheid kun je je duizelig of zweverig voelen. Als je alleen bent en je veel zorgen maakt, kunnen duizeligheid en de angst om te vallen een rol spelen. Angst kan allerlei klachten geven: een beklemmend gevoel, misselijkheid, hartkloppingen, tintelingen, snel en oppervlakkig ademen (hyperventilatie), hoofdpijn en duizeligheid. Andersom kan iemand van duizeligheid angstig worden. Zo kunnen duizeligheid en angst elkaar versterken.
  • Gebruik van medicijnen
    Bepaalde medicijnen kunnen als bijwerking een licht gevoel in het hoofd geven met kans op flauwvallen. Slaappillen geven de volgende dag vaak ook nog duizeligheid. Oudere mensen die elke nacht een slaappil gebruiken, blijken overdag vaker te vallen dan leeftijdgenoten die geen slaappillen slikken. Ook plaspillen en bloeddrukpillen kunnen duizelingen geven. Dezelfde klachten kunnen ontstaan met sommige medicijnen tegen depressie, sommige pijnstillers en sommige antibiotica.

Draaiduizeligheid kan de volgende oorzaken hebben:

  • Benigne paroxismale positieduizeligheid (BPPD): kortdurende aanvallen na standsverandering van het hoofd. Dit komt voor nadat mensen en periode minder bewogen hebben (met het hoofd) bijvoorbeeld doordat ze ziek in bed hebben gelegen.
  • Neuritis vestibularis: een plotselinge ontsteking van het evenwichtsorgaan in het binnenoor die enkele dagen hevige klachten geeft.
  • Ziekte van Ménière: spontane aanvallen met oorsuizen en toenemend gehoorverlies.
  • Herseninfarctduizeligheid die samengaat met klachten als moeilijk praten, dubbelzien en een ‘dronken’ looppatroon.

Met alleen een gesprek is het al mogelijk om een idee te krijgen van de oorzaak van de duizeligheid. Vaak doet de arts ook aanvullend onderzoek, zoals lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek en soms een test van oren en ogen of een hartfilmpje. Bij ongeveer een derde van de patiënten kan de huisarts na het gesprek en onderzoek de oorzaak van de duizeligheid niet vaststellen.

Medicijnen

Soms worden medicijnen tegen draaiduizeligheid gebruikt zoals Cinnarizine. Of dit middel echt helpt is niet aangetoond. Het kan zijn dat de duizeligheidsklachten hierdoor juist langer blijven bestaan. Wanneer duizelingen ontstaan door ernstige spanningen of angst, worden soms rustgevende medicijnen gegeven. Deze middelen worden vanwege hun verslavende werking meestal afgeraden, of hooguit voor een korte periode (vijf tot zeven dagen) voorgeschreven. Bovendien kunnen kalmerende middelen soms juist duizeligheid veroorzaken.